Taak van het motorstuurapparraat

Ontstekingstijdstip:

Om de brandstof zuinig en optimaal te gebruiken is het belangrijk, afhankelijk van het toerental, belasting, de temperatuur en andere parameters, het juiste ontstekingstijdstip te berekenen, of bij diesels het juiste inspuitingsmoment.

Aansturing van de ontstekingshoek:

Afhankelijk van het toerental is de tussentijdse afstand van de stuursignalen van het ontstekingssysteem verschillend. Om een constante ontsteekenergie te krijgen is een bepaalde primaire stroom nodig. Om dit te bereiken is een variabele sluitertijd wenselijk, die bij hoge toerentallen niet altijd haalbaar is. Daardoor kunnen bij hoge toerentallen storingen ontstaan.

 

Klopsensoren:

Bij moderne energiezuinige motoren streeft men een hoge verdichting na, om een zo hoog mogelijk koppel te bereiken, waardoor de motor zuiniger gaat lopen. Maar bij hoge dichtheid ontstaat het gevaar op spontane zelfontbranding, waardoor een "kloppende" verbranding ontstaat. Door de signalen van de klopsensoren op het motorblok verlaat het stuurapparaat de ontsteking.

Brandstofinspuiting:

Afhankelijk van de signalen vanaf de sensoren voor de luchtmassa, toerental, belasting en verdere correctie-factoren, berekent de electronica de benodigde inspuittijd en inspuithoeveelheid om brandstofbesparing en vermindering van schadelijke uitlaatgassen te verkrijgen en om een toename van het specifieke motorvermogen te behalen.

 

Lambda-regeling:

Het mengsel van brandstof en lucht wordt door de micro-controller berekend, afhankelijk van de samenstelling van de uitlaatgassen (d.m.v. de Lambda-sonde gemeten) en naar de ideale waarde (Lambda=1) gebracht, om een effectievere werking van de katalysator te bereiken en daardoor schonere uitlaatgassen. Tenslotte meet de Lambda-sonde voor de katalysator het restant aan zuurstof in de uitlaatgassen. Deze waarde wordt doorgegeven aan het motorstuurapparaat die deze waarde weer meeneemt in zijn berekeningen.

Stationair toerentalregeling:

Variabele motortemperaturen met bijbehorende wrijving, vervuiling van de uitlaatwegen en vele andere factoren veroorzaken verschillende stationaire toerentallen. Door de stationair-toerentalregeling wordt het mengsel zo aangepast dat het door een Hallgever gemeten toerental op een constante waarde gehouden wordt. Hieruit worden ook de parameters berekend voor de warme en koude start

Laaddrukregeling:

Bij auto's, uitgevoerd met turbo, wordt daarbij door het stuurapparaat de turbodruk en het nodige volume berekend en door de bijbehorende sensoren op de juiste waarde ingesteld.

Terugvoer uitlaatgassen:

Om de uitlaatgassen te verbeteren wordt de aangezogen lucht, gemixt met de uitlaatgassen, berekend door de computer.

Service en betrouwbaarheid:

- Controle over de juistheid van de ingestelde waarde om fouten te voorkomen. - Strenge controle van "Drive by wire-systemen".